Het is net na de jaarwisseling en met een kar vol boodschappen sta ik in een lange rij te wachten voor de kassa.
Meestal ga ik even snel alleen want boodschappen doen met kinderen gaat nu eenmaal een stuk langzamer.
Vandaag heb ik wel iemand mee, Joshua.
We hebben het over van alles terwijl we wachten in de rij.
De meeste gesprekken gaan momenteel over voetbal en mooie auto's. Onderwerpen waar ik niet al te veel van weet maar hij ratelt vrolijk verder.
Dan roept het meisje dat twee karren achter ons staat "Mam, dat is toch zo'n zwarte!".
Je ziet alle hoofden omdraaien richting ons.
Ik voel alle blikken die vragen om hoe ik hierop ga reageren.
De vrouw sist (zo hard dat iedereen het kan horen) "Dat moet je niet hier zo zeggen, dat vinden "zulke" mensen discriminerend".
Iedereen kijkt, niemand zegt wat.
Ook ik niet.
Ik trek Joshua tegen mij aan en fluister hem iets in het oor.
We zijn aan de beurt en gaan verder met waar we daar voor zijn, boodschappen doen.
De caissière zegt nadat ze om mijn Bonuspas vraagt "Dat er nog zulke mensen bestaan".
"Je moest eens weten hoeveel die er nog zijn" antwoord ik haar.
Ik was vreselijk naïef.
Ik ben opgegroeid in Bussum, ging naar een particuliere basisschool en wist niets van discriminatie.
Racisme was iets uit de geschiedenisboeken voor mij.
Wie zou iemand beoordelen op zijn of haar afkomst, op zijn of haar huidskleur, dat deden mensen toch al lang niet meer?
In mijn puberteit verhuisden we naar Ameland. Ook hier zag ik geen discriminatie.
Of het er ook daadwerkelijk op beide plekken niet was zal ik nooit weten want als blank/wit meisje, kwam ik er niet mee in aanraking.
Daardoor was ik naïef en dacht ik dat het er daadwerkelijk ook niet was.
Ik snap de mensen dus wel die zeggen dat het allemaal (vast) wel mee valt. Zij zullen er zelf nooit mee in aanraking gekomen zijn.
Er ging een wereld voor mij open nadat ik Joshua in mijn armen had mogen sluiten.
Dat begon al in Amerika "Wist je dat hij donker was, voordat je ja zei?" vroeg de receptioniste ons. Totaal verwonderd keken we elkaar aan.
Zij niet begrijpend dat ik daarop ja gezegd had en ik totaal niet begrijpend waar haar vraag vandaan kwam.
Alles is de afgelopen jaren wel de revue gepasseerd, van drol die in het zwembad drijft, tot geeft hij ook af?!
Ik merk dat naar mate hij ouder wordt mensen meer zeggen. Het schattige is eraf en daarmee de drempel om bepaalde woorden in te slikken.
Nee, ik heb niets gezegd in de supermarkt.
Dat deed ik niet omdat ik geen scene wilden maken met mijn kind erbij, niet omdat ik bang was voor haar reactie.
Ik weet exact wat ik haar had willen zeggen. De kans is vast en zeker heel klein maar mevrouw dit is wat ik u had willen zeggen:
Wat ik u had willen zeggen:
Beste mevrouw uit de supermarkt,
Dat u dochtertje het op deze manier zegt, zei eigenlijk al heel veel.
Ze had het uiteraard op school, straat of de hockeyclub kunnen opvangen maar dan had u haar vast en zeker thuis al een keertje uitgelegd hoe het zat.
Maar nee, u deed alsof het prima was wat ze zei maar dat mijn zoon en zijn "soort" daar overdreven op reageren.
Wellicht vindt u dat ook maar ik kan u vertellen dat, dat niet zo is.
Iedereen die uw dochtertje in de rij wil omschrijven zal termen gebruiken als "dat meisje, dat kindje met die roze jas, dat meisje met de lange haren enz." .
Niemand zal haar omschrijven als die witte.
Dat zou ook nergens op slaan want wie zou er dan bedoelt worden?
De huidskleur van mijn zoon is niet zijn aanspreektitel.
Zijn huidskleur is prachtig en ik leer hem er trots op te zijn.
Zijn huidskleur is dat stukje dat hem verbind met zijn biologische moeder, dat hem anders maakt als mij.
Dat anders ziet u als minder, als verkeerd, als iets waar u op mag afgeven maar weet u daardoor ontneemt u uw dochter en u zelf enorm veel.
U ziet niet wie er werkelijk 2 karren voor u in de rij staat.
Daar stond namelijk niet een "zwarte".
Nee, daar stond mijn zoon.
Een enorm leuk kind dat niet enkel mooi van buiten is maar ook prachtig van binnen.
Een jongen van 9 jaar die graag voetbalt en uren Uno kan spelen.
Die graag stoer is maar ondertussen een heel klein hartje heeft.
Een jongen die graag buiten is en met zijn broertjes en zusjes speelt.
Die de meest mooie bouwwerken van papier maakt.
Een jongen die graag vlogs zou maken maar die ik daarvan weerhoud om dat ik bang ben.
Bang dat mensen zoals u, denken het recht te hebben om mijn zoon onzeker te maken, om mijn zoon het gevoel te geven dat hij minder is, om mijn zoon te pesten.
Want dat is het!
U heeft vast en zeker gekeken of de school, waar u uw dochtertje voor inschreef, een goed pestprotocol heeft. Want gepest worden dat vinden we allemaal niet kunnen.
We weten allemaal wat dat met een kind doet.
Mijn kind is net zoals uw kind, een kind. Zijn huidskleur is slechts een kleur, net zoals de een groene en de ander blauwe ogen heeft.
Dat u hem kwalificeert als "zwarte" maakt dat u zijn hele zijn terug brengt naar slechts 1 woord en daarmee maakt u zich net zo schuldig aan pesten. Aan het bewust kwetsen van een kind, mijn kind.
U geeft hem slechts één woord voor zijn hele zijn, alsof hij niet meer is dan een huidskleur.
U bent toch ook meer dan uw huidskleur? Uw dochter is toch ook uniek?
Mijn kind is zoveel meer dan datgene wat u vorige week zag en ik hoop dat u dit nu snapt want de volgende keer dat ik u tref en u het weer nodig vind om zo over mijn zoon te praten zult u zien dat ik niet altijd kalm en vriendelijk blijf.
Liefs een hele trotse moeder van een zestal .
Reactie schrijven
Thea (dinsdag, 08 januari 2019 08:40)
Jeetje; wat goed geschreven! En wat knap dat je je ingehouden hebt in de supermarkt... ik had er zeker iets van gezegd. Ook als ik op dat moment bij jullie in de rij had gestaan!
Ellis (dinsdag, 08 januari 2019 08:42)
O men. Ik heb ja tranen in mijn ogen...
Karin (dinsdag, 08 januari 2019 09:15)
Prachtig geschreven inderdaad! Ik zag vroeger zelf ook nooit discriminatie in mijn ‘steriele’ omgeving. Maar wel de afgelopen 4 jaar toen ik tijdelijk in Amerika woonde en dit zag gebeuren bij collega’s en vrienden. Ongelofelijk. Goed dat je er boven blijft staan! Goed voorbeeld voor je zoon.
Mel (woensdag, 09 januari 2019 09:51)
Tranen in mijn ogen. Zelf veel te maken gehad met discriminatie en ik ben opgegroeid in Rotterdam en Amsterdam. Ik ben half Indonesisch. Ligt getint, donker krullend haar, donkere ogen. In de zon wordt mijn haar nlond en hiid heel erg donker. Ik was bij Nederlanders altijd de buitenlander en bij buitenlanders de Nederlander. Mijn uiterlijk doet veel mensen denken aan een marokaanse. Dingen als wat praat je goed en accentloos Nederlands heb ik vaak gehoord. Gek hè mijn ouders zijn hier geboren. Opa komt van een Nederlandse kolonie. Indonesisch mogt thuis nooit gesproken worden, taal spreek ik dan ook maar beperkt. Mijn zoons zijn blond en mijn oudste heeft ook nog eens blauwe ogen. Nooit wordt ik als zijn moeder gezien . Altijd als de nanny. Veel mensen zijn zo bekrompen in hun denken. Ik heb mijn kinder ook geleerd het nooit over zwarte huidskleur te hebben. Niemand is zwart. We hebben allemaal onze unieke kleur bruin. De een is alleen ligt bruin de ander donker bruin. Dat het meisje in de rij het heeft over zwarte zegt genoeg over de opvoeding. Als mijn kinderen dat zouden zeggen zal ik direct mijn kind corrigeren. Dat doet deze ouder niet. Zegt mij genoeg.